Leeg Coop Himmel(s)blau paviljoen blijft leeg
Bij een bezoek aan het Groninger Museum voor de te tentoonstelling De Romantiek in het Noorden – van Friedrich tot Turner bezocht ik ook de bovenverdieping. Tot mijn verbazing was daar geen kunst te zien en waren er ook geen andere bezoekers. Helemaal niets was er behalve een eenzame zaalwacht die zijn tijd uitzat. Ik keek nog even rond naar de best wel originele architectuur van de verdieping. Met ramen in de vloer en een loopbrug die niets overbrugde. De zaal zonder functie leek me de uitgelezen plek om mijn inleiding te houden over de romantische schilderkunst. Dan zouden de overige museumbezoekers er geen last van ondervinden. Ik moet eerlijk bekennen dat ik dacht: Dan gebeurt daar tenminste iets!
Meer dan 20 aanmeldingen had ik voor de workshops en daarbovenop nog een wachtlijst. Het zou de eerste keer worden dat ik iets ging doen in het Groninger Museum. Eenmaal thuis besloot ik om eens te kijken wat er op de site van dit museum staat over groepsbezoeken. Daarover niets maar onder Huisregels wel het volgende:
Gidsen
Het is voor externe gidsen niet toegestaan om rondleidingen te geven in het Groninger Museum.
Ik probeerde dit zo goed mogelijk tot me te laten doordringen, waarbij gedachten als: dit kan niet waar zijn gepaard gingen met paniekgevoelens en hartkloppingen. Ik liet dat maar even gebeuren, rondjes lopend door de kamer. Toen ik een beetje tot rust was gekomen liet ik een aantal opties de revue passeren, waaronder: ja maar een workshop is geen rondleiding en: maak geen slapende honden wakker. Om verschillende redenen verwierp ik deze opties. Er zat niets anders op dan contact opnemen met het museum, waarbij ik zou voorstellen dat ik bij de schilderijen geen toelichtingen zou geven. Nee ik zou slechts een inleiding houden op de lege bovenverdieping. Inleidingen en besprekingen houden in een daartoe geschikte ruimte en bij de schilderijen alleen maar kijken is een werkwijze die ik in het Mauritshuis al vele malen heb beoefend, zonder ooit een klacht van het museum of van een deelnemer te hebben vernomen. Het voorstel leek mij kansrijk.
Aan de lijn kreeg ik een medewerkster van de afdeling boekingen. Mijn emoties waren nog niet helemaal gezakt, wat doorgeklonken kan hebben in mijn stem. Ik had het over ‘de leegstaande bovenverdieping’ waarbij ik me een absoluut minimum aan sarcasme permitteerde. Het meisje gaf een antwoord dat ik niet verstond en ik vroeg haar het te herhalen. ‘U bedoelt het Coop Himmelb(l)au paviljoen?’ zei ze met een lichte aarzeling in de stem. Terwijl ik voelde dat er iets niet goed ging in dit gesprekje legde ik haar mijn voorstel voor. Zij beloofde het te bespreken met het hoofd van de afdeling educatie. Ik voegde er nog iets aan toe, namelijk de optie dat het Groninger Museum mij voor de twee middagen met workshops, waar zo’n grote belangstelling voor bestond, op free-lance basis zou kunnen inhuren. ‘Dan heeft het Groninger Museum er ook nog iets aan’. Een en ander zou ik graag zelf even bespreken met het hoofd educatie. Ook dit voorstel zou ze doorgeven. Na een dag of drie kreeg ik via de mail het volgende antwoord:
Geachte heer Kaat,
Naar aanleiding van uw telefonische vraag is er overleg geweest met de heer Koelstroom over het gebruiken van één van onze ruimtes voor een inleiding op de tentoonstelling De Romantiek in het Noorden-Van Friedrich tot Turner. Helaas moet ik meedelen dat we hiervoor geen gelegenheid bieden.
In het gesprek deed u melding van uw website, waarop we één en ander zouden kunnen terugvinden. We waren verbaasd te merken dat daar al een compleet programma wordt aangeboden rondom de betreffende tentoonstelling. Het is niet geoorloofd een eigen programma in het Groninger Museum aan te bieden.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Vriendelijke groet,
Hoewel ik deze dichte deur al aan had zien komen kreeg ik toch weer hartkloppingen na kennisname van de mail. Wat nu? Het was ondenkbaar om er tegenin te gaan. Dat zou averechts werken. Ik antwoordde dat ik mij uiteraard zou conformeren aan de huisregels.