Een reactie op Joost Zwagermans De stilte van het licht
Een reactie op Joost Zwagermans De stilte van het licht , in plaats van een boekbespreking.
Op 8 september 2015 overleed Joost Zwagerman, een van de bekendste schrijvers van Nederland. Onder andere door zijn kunstbesprekingen in het veelbekeken televisieprogramma De wereld draait door maakte hij zich geliefd bij een groot publiek. Een dag na zijn overlijden verscheen De stilte van het licht, een bundel essays van zijn hand. De essays over beeldende kunst waren eerder in de Volkskrant verschenen. Speelde de kunst een rol bij zijn fatale besluit?
Met lood in de schoenen zet ik mij aan het schrijven van een bespreking van Zwagermans zwanenzang. Hoe kun je een essaybundel bespreken die een dag na zijn zelfgekozen overlijden verscheen? Een bundel bovendien waarin het thema afwezigheid en verwante begrippen als verdwijning in vrijwel ieder essay terugkeren. Bij deze opvallende opeenvolging en datum van overlijden en verschijningsdatum op 9 september j.l. komt nog het uitvoerige interview met Zwagerman in HP de Tijd van vijf dagen daarvoor. Deze constellatie smeekt om aandacht, een negeren ervan zorgt voor pijn in de nek van geforceerd wegkijken en maakt een inhoudelijke bespreking onmogelijk.
De schrijver heeft zich geschaard in een stoet kunstenaars die voortijdig aan hun einde kwamen door een zelfgekozen dood. De rol die de kunst bij hun beslissing speelde, is bij de een onmiskenbaar,i bij de ander blijft het een niet te beantwoorden vraag. Een aantal van deze kunstenaars komt voor in De stilte van het licht, onder wie Bas Jan Ader (1942-1972). Hij verwierf tijdens zijn leven al enige bekendheid met o.a. zijn performances. Bij een daarvan demonstreerde hij de onverbiddelijkheid van de zwaartekracht door zich van een dak te laten vallen. Op 33-jarige leeftijd zocht hij het ruime sop om de Atlantische Oceaan over te steken en kwam nooit meer terug. Alleen het kleine zeilbootje waarmee hij uitvaarde werd teruggevonden. Wat Zwagerman schrijft over Ader leidt ons meteen tot het kernvraagstuk. Zwagerman: “Tot op de dag van vandaag staan kunsttijdschriften vol over Aders mysterieuze (zelf)verdwijning. Aders verdwijning is uitgegroeid tot een sleutelmoment in de twintigste-eeuwse beeldende kunst.” De kunst dus waar verreweg de meeste essays in De stilte van het licht over gaan.
Het ‘sleutelmoment’ opent de deur naar de fundamentele vraag over die kunst: leiden de fenomenen van afwezigheid en verdwijning, waar Zwagermans boek bol van staat, tot een escapisme dat de stap naar totale en definitieve verdwijning kleiner maakt? Zo ja, dan moeten het verdriet en de woede vanwege Zwagermans zelfdoding niet alleen hem gelden maar ook deze kunst zelf en allen die erdoor worden bevestigd in hun gevoelens van vervreemding, wanhoop en radeloosheid. (Eerder geplaatst in De Kunst van het kijken actueel nr. 20 II, Advent 2015.)
i Bij Jacques Rigaud bijvoorbeeld.