De Kunst die nu nodig is
Bezoekers van de tentoonstelling Hollandse meesters uit de Hermitage in de Hermitage Amsterdam kunnen onder andere genieten van een vijftal werken van Rembrandt van Rijn (1604-1669). Daaronder bevindt zich spijtig genoeg niet De terugkeer van de verloren zoon uit 1668. Dat kan ook niet, want de Hermitage leent dit schilderij nooit uit, Wat maakt De terugkeer van de verloren zoon van de Nederlandse meester zo bijzonder? Het verhaal (Luc 15:1-10) vertelt over de thuiskomst van een berooide jongste zoon die zijn erfdeel er doorheen joeg, nadat hij het voortijdig had opgeëist bij zijn vader. We zien bij Rembrandt hoe de vader zijn verloren gewaande zoon liefdevol en vergevingsgezind in de armen sluit. De wijze waarop Rembrandt deze scene in beeld brengt, laat geen hart onberoerd, in het bijzonder het Russische hart. Veel Russen zien in de verloren zoon een verpersoonlijking van hun volk, dat dwaalde ten tijde van de bolsjewistische overheersing en nu weer thuis is gekomen.
Identificatie met werk van Rembrandt is een zeer vaak voorkomend verschijnsel. Zo kennen we naast de Russische Rembrandt ook een typisch Duitse, Franse en zelfs een Joodse. Uiteraard bestaat er ook een gereformeerde en een esoterische Rembrandt. Klaarblijkelijk geeft het werk van Van Rijn aanleiding tot veel herkenning en identificatie. Hoe zou dat komen? In het boek Rembrandt, van de kunsthistoricus Jean Cassou (1897-1986) vond ik een antwoord. Hij noemt de schilder in een adem met een andere kunstenaar, die eveneens door het grote publiek blijvend in de armen is gesloten, de componist Ludwig van Beethoven (1770-1827). Cassou:
‘In deze beide grote gestalten [Rembrandt en Van Beethoven. A.K] zien wij wellicht de hoogste genieën van de schilderkunst en de muziek. Maar desalniettemin lijken ze niet te behoren tot het terrein van de schilderkunst of de muziek. Zij behoren veeleer tot een veel omvangrijkere orde. Die van het universum. Zij behoren ook tot een andere soort: de mensheid in zijn geheel.’
Bij Cassou beperkt de grootheid van beide kunstenaars zich duidelijk niet tot hun revolutionaire bijdrage aan hun eigen discipline. Hun boodschap is algemeen menselijk. Universeel. Ze laten ons de potentie en de mogelijkheden ervaren die in het mens-zijn besloten liggen. Zoals de idealen van vrijheid, gelijkheid, broederschap. Je kunt iemand als Martin Luther King dan ook in dezelfde adem noemen. Ook hij steeg ver uit boven zijn discipline en ook hij wordt door een groot deel van de wereldbevolking in het hart gedragen en ook hij belichaamde deze idealen.
Iets vergelijkbaars geldt voor Rembrandts grote inspirator, de apostel Paulus, met onder andere zijn Loflied op de liefde (Cor. 13:1-4). Hetzelfde elan, dezelfde boodschap, dezelfde overtuigingskracht, dezelfde brede, de eeuwen trotserende algemene herkenning. Het gaat hier om kunst die liefde en enthousiasme overbrengt, kunst die aanvuurt tot wederzijds begrip en overbrugging van tegenstellingen. Kunst die vrede wil stichten. Alle Menschen werden Brüder! klinkt het in Van Beethovens Symphonie no.9.
Wij hebben deze kunst nu dringender nodig dan ooit. Beter gezegd: precies even dringend als aan het begin van de 20e eeuw en net zo dringend als in het interbellum. Het is een tegenhanger van de overal om zich heen grijpende polarisatie en sociale spanning, een kracht die mensen met elkaar kan verbinden.
(Zie ook: Rembrandts universele boodschap)
Afb.: Rembrandt van Rijn, zelfportret als de Apostel Paulus, 1661.